Leerkrachten pagina
Titel: Hoe evolueerde het Antisemitisme doorheen de geschiedenis?
Onderwerp: Antisemitisme/Jodenhaat
Schooltype: ASO en BSO
Graad: 1ste en 2de graad
Vakgebied(en): PAV en Geschiedenis
Uitvoering door: 1 leerling
Tijdsinvestering: afhankelijk van het niveau van de leerlingen
Opbrengst: De leerlingen onderzoeken hoe het Antisemitisme is geëvolueerd doorheen de geschiedenis
Voorkennis: De leerlingen kunnen min of meer werken met het internet.
Leerpunten: De leerlingen maken kennis met het Antisemitisme. Ze leren wat het Antisemitisme is en hoe die is ontstaan. Ze leren hoe het zich uitte doorheen de verschillende tijdsvakken en wat het effect van het Antisemitisme is op de Joden. De leerlingen maken bovendien kennis met verschillende online bronnen en ze leren volledig zelfstandig te werken.
eindtermen
1.14. De leerlingen handelen veilig in een schoolse context. (transversaal)
1.15. De leerlingen verwoorden met behulp van richtvragen welke gebeurtenissen hen zelfvertrouwen geven
en welke gebeurtenissen hen onzeker maken in het kader van hun welbevinden. (transversaal)
1.16. De leerlingen uiten hun gevoelens respectvol.° (transversaal - attitudinaal)
1.17. De leerlingen benoemen met behulp van richtvragen bij een gebeurtenis hun gedachten, gevoelens en gedrag en de gevolgen van die gebeurtenis voor zichzelf. (transversaal)
2.2. De leerlingen bepalen het onderwerp en de globale inhoud van geschreven en gesproken teksten in functie van doelgerichte informatieverwerking en communicatie.
2.3. De leerlingen bepalen wat de hoofdgedachte en de hoofdpunten zijn in geschreven en gesproken teksten in functie van doelgerichte informatieverwerking en communicatie.
2.4. De leerlingen selecteren relevante informatie in geschreven en gesproken teksten in functie van doelgerichte informatieverwerking en communicatie.
BG. 2.1. De leerling haalt het onderwerp en relevante informatie uit geschreven en gesproken niet-fictionele teksten in functie van doelgerichte informatieverwerking en communicatie.
4.1. De leerlingen demonstreren basisvaardigheden om digitaal inhouden te creëren en te delen. (transversaal)
5.2. De leerlingen houden in interacties rekening met de opvattingen, fysieke en mentale grenzen en emoties
van anderen.° (transversaal - attitudinaal)
5.4. De leerlingen demonstreren in informele en formele relaties geschikte sociale vaardigheden. (transversaal)
7.2. De leerlingen gaan respectvol en constructief om met individuen en groepen in een diverse samenleving.° (transversaal - attitudinaal)
7.3. De leerlingen hanteren strategieën om respectvol en constructief om te gaan met individuen en groepen in een diverse samenleving. (transversaal)
7.4. De leerlingen lichten de mechanismen van vooroordelen, stereotypering, machtsmisbruik en groepsdruk toe. (transversaal)
7.6. De leerlingen lichten de mechanismen van vooroordelen, stereotypering, machtsmisbruik en groepsdruk toe. (transversaal)
8.1. De leerlingen onderbouwen een historisch referentiekader met structuurbegrippen, scharnierpunten en kenmerken van een periode.
8.2. De leerlingen onderscheiden voor elk van de drie bestudeerde historische periodes kenmerken van samenlevingen evenals gelijkenissen en verschillen in kenmerken tussen samenlevingen uit elk van de verschillende periodes.
8.6. De leerlingen vullen aan de hand van historische bronnen en vanuit een historische vraag op beargumenteerde wijze historische beeldvorming aan.
8.7. De leerlingen beoordelen een historische redenering met behulp van de dimensies van het referentiekader.
9.1. De leerlingen situeren personen, plaatsen en patronen op relevante ruimtelijke schaalniveaus.
13.3. De leerlingen hanteren een geschikte zoekstrategie uit een aantal aangereikte bij het selecteren van digitale en niet-digitale bronnen en informatie om een aangereikte informatievraag te beantwoorden. (transversaal)
13.6. De leerlingen verwerken digitale en niet-digitale informatie uit één of een beperkt aantal bronnen volgens een aangereikt stappenplan tot een samenhangend en bruikbaar geheel. (transversaal)
13.3. De leerlingen formuleren een antwoord op een onderzoeksvraag of hypothese aan de hand van aangereikte richtlijnen. (transversaal)
Extra materialen: Werkbundel
Vragen of opmerking?
Contacteer ons gerust.