Wat zijn de voornaamste kenmerken van de deportatie?

Jodenvervolging in Nederland

Geweld en intimidatie 

In de jaren dertig werden in Duitsland allerlei wetten van kracht die de Joden het leven en werken onmogelijk maakten. De Joden kregen ook te maken met geweld en intimidatie. Tijdens de Kristallnacht van 9 op 10 november 1938 werden synagogen in brand gestoken en mensen in hun huizen op brute wijze behandeld. De bewoners kregen een pak slaag of erger en het huisraad werd vernield.
Vanaf 1933 vestigden zich veel Joden in het buitenland. Meer dan de helft van de half miljoen Duitse Joden vluchtten. Belangrijke kunstenaars, wetenschappers en schrijvers vestigden zich in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten van Amerika. Niet alle Joden konden naar Amerika. Dit land stelde zware toelatingseisen. Zij die werden toegelaten hadden geluk: zij overleefden de oorlog. Minder gelukkig waren de Joden die naar Nederland en Frankrijk vluchtten, want daar begon na mei 1940 ook de Jodenvervolging. In totaal vluchtten in de jaren dertig 14.000 Duitse Joden naar Nederland. De Nederlandse overheid was niet blij met deze grote toeloop. Er ontstond een restrictief toelatingsbeleid, waarbij het Nederlandse belang centraal stond. 

Het helpen van onderduikers was een gevaarlijke bezigheid. Als de Duitsers iets verdachts zagen of als een verklikker de bezetter naar een adres leidde, werd onmiddellijk een huiszoeking verricht. Vanaf 1942 werden op het platteland om deze reden ook razzia's gehouden. In de loop van het jaar 1942 moesten de Joden zich voor deportatie melden op het centraal station in Amsterdam. Omdat veel Joden niet kwamen opdagen werden razzia's gehouden. Overigens werden niet alleen Joden, maar ook zigeuners, homoseksuelen en communisten op transport gesteld. De reis ging via kamp Westerbork naar de concentratiekampen in Duitsland en Polen, zoals Auschwitz en Mauthausen. Meer dan 100.000 Nederlandse Joden keerden niet meer terug uit de vernietigingskampen  

Nadat in Duitsland in 1933 Adolf Hitler aan de macht was gekomen, kwam er een vluchtelingenstroom op gang. Joden verkochten hun zaak, huis en spullen en vestigden zich in het buitenland. Veertienduizend Joden kwamen naar Nederland, maar zij werden niet met open armen ontvangen. Ons land had een restrictief toelatingsbeleid, waarbij het Nederlandse belang centraal stond. 

Endlösung

De Joden woonden in Nederland niet in getto's. Zij waren goed geassimileerd en voelden zich vooral Nederlander. Voor het zionisme bestond weinig belangstelling. Aanvankelijk dachten de Duitsers de Nederlandse Joden te laten emigreren naar landen buiten Europa. Hierbij werd onder meer gedacht aan het eiland Madagascar. Toen dit niet mogelijk bleek, ontstonden plannen om de Joden naar concentratiekampen te brengen. In de tweede helft van 1941 besloot de nazi-top voor de massamoord op de Joden in Oost-Europa. Men noemde deze oplossing de 'Endlösung' van het 'Jodenvraagstuk'. Tijdens de Wannseeconferentie op 20 januari 1942 in Villa Marlier in Berlijn besloot Hitler definitief tot de uitvoering van het plan om alle Joden te vermoorden.

Systematische aanpak

In de maanden die volgden kreeg de Jodenvervolging een systematische aanpak. De Joden werd verteld dat ze zouden worden tewerkgesteld in Oost-Europa. Door de Joden voor de gek te houden kon de deportatie en de latere 'Endlösung der Jüdenfrage' vrijwel geruisloos verlopen. Toch kregen veel Joden argwaan. Om deportatie naar een concentratiekamp te voorkomen doken veel Joden onder. De familie Frank vond onderdak in het achterhuis in het hartje van Amsterdam. De meeste onderduikers vonden echter een plekje bij een boer op het platteland. 

Laat het stoppen! 
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin