Wat gebeurde er in de concentratiekampen?
Concentratiekampen België
In 1939 zijn zo'n 21.000 politieke gevangenen, raciaal vervolgden alsook zogenaamde "asocialen" opgesloten in concentratiekampen in nazi-Duitsland. Een hard regime gekenmerkt door ondervoeding, dwangarbeid en geweld wil hen er fysiek en moreel breken.
Het totale aantal is niet precies gekend, vermits vele van de 40.500 erkende politieke gevangenen België nooit verlaten hebben. Volgens een schatting zijn er eind 1944 zo'n 16.000 Belgische politieke gevangenen naar Duitse concentratiekampen gedeporteerd. In totaal sterven zo'n 6.000 à 7.000 Belgen in de concentratiekampen, die te onderscheiden zijn van de "vernietigingskampen".
Als de Duitsers grote delen van Europa bezetten, breidt deze kampwereld enorm uit door de aankomst van gevangenen uit gans Europa (110.000 in september 1942, 524.000 in augustus 1944). De Belgen, gedeporteerd vanaf september 1941, zijn hierin een kleine minderheid. Ze vertegenwoordigen bijvoorbeeld 2,3 procent van het totale aantal Buchenwald-gevangenen van 1934 tot 1945. Er zijn Belgen opgesloten onder andere in Buchenwald (5745), Neuengamme (2514), Sachsenhausen (2167), Dachau (2131), Mauthausen (1932), Ravensbrück (1728), Vught (1526), Flossenbürg (1137) en Natzweiler (648).
Kazerne Dossin
Tussen 1781 en 1940 speelde de kazerne een louter militaire rol die op verschillende manieren werd ingevuld: Tot 1914 deed het gebouw dienst als 'depot' voor de regimenten Grenadiers, Karabiniers en Derde Jagers. Daarna werd het een wapendepot en vanaf 1918 een bijdepot van het 7e Linieregiment. In 1936 kreeg de kazerne de naam van de bevelhebber van dit regiment tijdens de Eerste Wereldoorlog: Luitenant Generaal Emile de Dossin de Saint Georges (1854-1936). Deze Luikenaar werd in België vereerd als oorlogsheld omwille van zijn daadkrachtige rol in de slag om de IJzer (17-31 oktober 1914).
De functie van de kazerne tussen mei 1940 en juli 1942 blijft een raadsel, maar hierna kreeg het gebouw een zeer sinistere herbestemming. Net als Vught of Westerbork in Nederland en Drancy in Frankrijk, werd de kazerne uitgekozen als Sammellager, verzamelkamp voor Joden, Roma en Sinti. De centrale ligging van de kazerne (precies tussen Antwerpen en Brussel, waar de meeste joden woonden), de spoorlijn naast de kazerne en de gesloten structuur maakten deze locatie tot het ideale deportatiecentrum. Tussen juli 1942 en september 1944 werden er 25.274 joden en 354 Roma en Sinti verzameld en weggevoerd richting Auschwitz-Birkenau en enkele kleinere kampen. Twee derde van de gedeporteerden werd onmiddellijk na aankomst vergast. Bij de bevrijding van de kampen waren er nog maar 1.395 in leven
De kazerne werd in 1756 gebouwd in opdracht van Keizerin Maria Theresia van Oostenrijk, om er Oostenrijkse soldaten onder te brengen. De architecten volgden nauwkeurig de eisen van het opperbevel in Wenen, waardoor het gebouw met zijn sobere, strenge buitenkant meer verwant lijkt met het Weense classicisme dan met de lokale architectuur. In 1781 bracht de Oostenrijkse keizer een bezoek aan de kazerne. Nadien werd die door de stad Mechelen aan de staat verkocht.
Het fort van Breendonk
Op 4 september 1944 bevrijden de geallieerden Willebroek. Wanneer het plaatselijke verzet bij het fort van Breendonk aankomt, treffen zij er een leeg kamp aan. De laatste gevangenen zijn op 30 augustus nog snel gedeporteerd naar de kampen van Vught (Nederland) en Neuengamme (Duitsland). Het verzet richt het leegstaande fort opnieuw in als gevangenis, deze keer voor collaborateurs en Duitsgezinden. Op 10 oktober wordt het wettelijk gezag hersteld en richt de Belgische overheid in het fort een officiële gevangenis voor "incivieken" op.
Vandaag is het fort van Breendonk het enige kamp in West-Europa dat nog volledig intact gebleven is. Het Nationaal Gedenkteken, uitgeroepen in 1947, wil de herinnering levendig houden aan datgene wat er zich tijdens de Duitse bezetting in het Auffanglager Breendonk heeft afgespeeld. Het fort blijft een belangrijke ontmoetingsplaats voor zij die tijdens de oorlog voor de vrijheid hebben gestreden, zich hebben verzet tegen de bezetter of het slachtoffer zijn geworden van blind racisme. Jaarlijks ontvangt het Gedenkteken zo'n 100 000 bezoekers.
Het fort is gebouwd van 1906 tot 1914 en bestaat uit gebouwen van ongewapend beton op een trapeziumvormig forteiland. Het is een fort van de tweede orde met samengevoegde caponnières.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog valt het Duitse leger op 28 september 1914 de verdedigingslinie rond Antwerpen aan. Elf dagen lang beschiet de artillerie het fort van Breendonk, waarna de Belgische verdedigers zich aan de Duitsers overgeven. In 1916 herstelt de Duitse bezetter het fort gedeeltelijk van de aangebrachte schade. Een jaar later bouwen ze in de directe omgeving van het fort nog enkele bunkers.
Het Belgische leger gebruikt na de Eerste Wereldoorlog het fort van Breendonk om er troepen in te kazerneren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog doet het fort op 10 mei 1940, de dag van de Duitse invasie, dienst als algemeen hoofdkwartier van het Belgische leger. Koning Leopold III vergadert er als opperbevelhebber met zijn generale staf, maar moet door de snelle Duitse opmars het fort al snel verlaten.
Op 20 september 1940 vestigt de Duitse politiedienst Gestapo zich in Breendonk. Het leegstaande fort wordt omgevormd tot een doorgangskamp voor verzetslui en Joden. De kazematten zijn verbouwd tot cellen, er zijn barakken en een kampbureau gebouwd, een folterkamer en lijkenkamer ingericht, en een executieplaats aangelegd. Tussen 20 september 1940 en 4 september 1944 sluit de bezetter er 3.600 gevangenen op in afwachting van hun deportatie naar de kampen in het Duitse rijk. Minstens 165 gevangenen worden in Breendonk gefusilleerd, een twintigtal worden er opgehangen na een veroordeling door een Duitse krijgsraad. Slechts de helft van de gedeporteerden zal levend uit de kampen terugkeren.
Auschwitz
Op 27 januari 1945 wordt vernietigingskamp Auschwitz bevrijd door het Russische Rode Leger. Het in het zuidwesten van Polen gelegen kamp is dan bijna leeg.
Kampcomplex
Soms wordt gedacht dat Auschwitz één kamp was. In werkelijkheid was het een kampcomplex dat bestond uit drie hoofdkampen - Auschwitz I, Auschwitz-Birkenau (ook wel Auschwitz II genoemd) en Auschwitz-Monowitz (Auschwitz III). Daarnaast waren er nog negenendertig satellietwerkkampen.
De naam Auschwitz is symbolisch geworden voor de vernietigings-- en concentratiekampen van de nazi's.
In de zomer van 1940 hebben de nazi's aan de rand van het Poolse stadje Oświęcim een concentratiekamp ingericht om Poolse tegenstanders van het nazi-regime gevangen te zetten. Het kamp wordt Auschwitz genoemd omdat de oude Duitse naam van Oświęcim was.
Naar Auschwitz worden gedurende de Tweede Wereldoorlogin totaal ruim anderhalf miljoen mensen, voor het overgrote deel Joden, gedeporteerd. Zo'n 1,1 miljoen van hen wordt direct na aankomst vergast of doodgeschoten. Daarnaast komen er ruim 200.000 mensen om door ziekten of honger.
Eind 1944, als het Rode Leger oprukt en Auschwitz nadert, beginnen de nazi's met het vernietigen van bewijsmateriaal. De administratie wordt vernietigd en in oktober worden de gaskamers op bevel van Heinrich Himmler, de architect van de Holocaust, buiten gebruik gesteld. Daarna begint de systematische opheffing van het kamp.
Dodenmarsen
Als duidelijk is dat de Russen in de buurt zijn, dwingen de nazi's zo'n zestigduizend overgebleven gevangenen om met hen richting Duitsland te lopen. Tijdens deze zogenaamde dodenmarsen komen nog eens duizenden gevangenen om het leven. Wie niet de kracht heeft om verder te lopen of probeert te vluchten, wordt ter plekke doodgeschoten.
Op 27 januari 1945 wordt het kamp bevrijd. De Russen treffen in Auschwitz nog ongeveer 8000 gevangenen aan. De meesten zijn doodziek. De paar overgebleven bewakers worden nog diezelfde dag door de Russen gedood.
De Nederlandse Joden in Asuchwitz
Transport van JodenTijdens de Tweede Wereldoorlog worden door de nazi's in totaal zes miljoen Europese Joden vermoord. Van de ongeveer 140.000 Joden die in Nederland wonen worden er zeker 102.000 vermoord. Het allerhoogste percentage in West-Europa.
In Nederland overleeft 75 procent van de Joden de oorlog niet. Veel meer dan in Frankrijk, waar 25 procent van de 320.000 Joden de Tweede Wereldoorlog niet overleeft. Ook België heeft een lager slachtofferpercentage. Daar overleeft 40 procent van de 66.000 Joden de oorlog niet.